zich storten op (v) (algemeen) | arrojarse (v) (algemeen) |
zich storten op (v) (algemeen) | saltar (v) (algemeen) |
zich storten op (v) (aanvallen) | atacar (v) (aanvallen) |
zich storten op (v) (roofvogel) | calarse (v) (roofvogel) |
zich storten op (v) (aanvallen) | acometer (v) (aanvallen) |
zich storten op (v) (algemeen) | calarse (v) (algemeen) |
zich storten op (v) (roofvogel) | arrojarse (v) (roofvogel) |
zich storten op (v) (roofvogel) | saltar (v) (roofvogel) |